In deze richtlijn:
1. wordt onder „niet-mousserende wijn” verstaan alle produkten van de GN-codes 2204 en 2205, met uitzondering van mousserende wijn als omschreven in lid 2:
— met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 doch niet meer dan 15 % vol, voor zover de alcohol in het eindprodukt volledig door gisting is verkregen;
— met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 15 doch niet meer dan 18 % vol, voor zover zij zonder enige verrijking zijn geproduceerd en de alcohol in het eindprodukt volledig door gisting is verkregen;
2. wordt onder „mousserende wijn” verstaan: alle producten van de GN-codes 2204 10 , 2204 21 06 , 2204 21 07 , 2204 21 08 , 2204 21 09 , 2204 29 10 en 2205:
— die verpakt zijn in flessen met een champignonvormige stop die door draden of banden of anderszins is geborgd, of die een overdruk hebben die teweeggebracht is door koolzuurgas in oplossing, van 3 bar of meer;
— die een effectief alcoholvolumegehalte hebben van meer dan 1,2 doch niet meer dan 15 % vol, voor zover de alcohol in het eindprodukt volledig door gisting is verkregen.